is het gewicht van het geslachte dier. Bij varken is dat het dier zonder ingewanden {darmen, hart, longen, tong), haar en klauwen, maar met nieren en niervet.
Men bepaalt het g. bij het varken door het dier te wegen vlak na het slachten, als het nog warm is. Het koud g. wordt dan bepaald door voor varkens onder de 76 kg, 1 kg van het warme gewicht af te trekken. Als het warme g. hoger is, wordt 2 of eventueel meer kg afgetrokken om het koud g te bepalen.
Bij andere slachtdieren verstaat men onder het g. het gewicht van het levende dier verminderd met het gewicht van huid, kop, ondervoeten en ingewanden. Ook hier wordt het koud g. bepaald door het geslachte dier warm te wegen en daarna 2% af te trekken voor indrogen bij afkoeling.