Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Euphorbia

betekenis & definitie

is een zeer groot en vormenrijk gesl. van de fam. Euphorbiaceae, verspreid over de gehele wereld.

De grootste vertegenwoordigers van dit gesl. hebben een Cactus-achtig voorkomen, doch zijn daarvan gemakkelijk te onderscheiden door het overvloedige, (geel)witte, zeer giftige melksap. Van deze zijn voor Indon. te noemen:

E. antiquorum L., soesoeroe (Jav.), een zeer sterk vertakte, 3 m hoge boomheester uit Z.O. Az., met dikke, vlezige, sterk ingesnoerde, scherp 3- of 4 kantige, groene, jonge twijgen (phyllocladiën) met kleine, spoedig afvallende, spatelvormige bladeren. Op Java veel als haagplant gebezigd (stekken;. E. tirucalli L.,potloodplant (Ned.), patah toelang (Mal.), een uit O.Afr. stammende, 10 m hoge sterk vertakte boomheester. De phyllocladiën zijn dun, buigzaam, rolrond, gestreept en lichtgroen.

De spoedig afvallende bladeren zijn slechts aan de top van de nog groeiende twijgen aanwezig. Ze laat zich evenals de vorige soort gemakkelijk stekken en wordt op Java veel voor heggen in het droge laagland gebezigd. Het overvloedige, geelwitte melksap van beide soorten wordt op Java wel voor huidaandoeningen en als visvergift gebruikt. In ons land worden vele soorten als sierplant gebruikt, waarvan verscheidene voor kascultuur.

Als de belangrijkste soorten voor de siertuin noemen wij:

E. polychroma KERN, overblijvende, kruidachtige plant met zachtbehaarde stengels; bladeren langwerpig, zittend; bloemen in schermen met geelgroene schutbladen; uit Z. Eur. E. cyparissias L., inheemse plant met fijne vertakte stengels en lijnvormige bladeren; bloemen met geelgroene, later rode schutbladen; N. halfrond.

< >