Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Eigendomsrecht

betekenis & definitie

Het recht van eigendom; het recht van de eigenaar, zowel i.h.a., in abstracto, als in het bijzonder, t.a.v. een bepaald goed. T.a.v. onroerende zaken kan men onderscheiden volle of vrije eigendom, en eigendom t.a.v. beperkte zakelijke rechten, zoals dat van de beklemde meier, erfpacht en opstal, welke beperkte zakelijke rechten dus bestaan naast het recht van de (bloot-) eigenaar.

Het e. wordt vermoed vrij te zijn; degene die, zelf niet eigenaar zijnde, enig recht t.a.v. het goed pretendeert, moet dit, zo nodig, bewijzen. De eigenaar wordt vermoed de volledige beschikkings- en beheersbevoegdheden te hebben, voor zover niet bepaalde regels van wetten of verordeningen of wel bepaalde rechten van anderen aan hem beperkingen opleggen.

E. wordt verkregen door levering (dit is, t.a.v. onroerende goederen, overschrijving in de kadastrale registers), krachtens een titel van eigendomsverkrijging (aankoop, erflating en dgl.) of ook door bezit te goeder trouw gedurende zekere tijd (verjaring). Het kadaster levert te dezen negatief, geen positief bewijs op.

< >