is het geheel van werktuigen nodig voor het dorsen en de daarmee samengaande bewerkingen. Naarmate het handwerk in de loop der jaren geleidelijk minder werd, werd het d. uitgebreider.
Het omvat thans gewoonlijk
1. de dorsmachine,
2. de krachtbron (meestal een trekker of electromotor),
3. een zelfbinder of stro-pers. Daarnaast soms nog inrichtingen voor het aanvoeren, lossnijden en insteken van het ongedorste product.