(1) Het geheel van werkzaamheden verbonden met het beheer en het onderhoud van dijken.
(2) Bestuur van een waterschap, dat speciaal en uitsluitend met beheer en onderhoud van dijken is belast. Oorspronkelijk berustte het d. bij de besturen van de aan de dijk grenzende dorpen, ambachten, kerspels, marken, enz. Omstreeks 1300 werden bijzondere functionarissen, onder of naast het dorpsbestuur staande, met de zorg voor waterschapszaken, waaronder d., belast. Bovendien kwam men tot het inzicht, dat de aan de waterkering verbonden belangen zich meestal ver buiten de begrenzing van het dorp of de polder uitstrekken. Van overheidswege werden voor verschillende gebieden algemene dijkbesturen ingesteld. Zo b.v. voor: Rijnland reeds vóór 1255, de Krimpenerwaard in 1422, Voorne in 1630, Noordhollands
Noorderkwartier in 1919, de Hoekse Waard in 1934. Voor vele buitendijken en voor vrijwel alle binnendijken berust in Ned. het d. echter ook in 1953 nog bij de aanliggende polders. Men streeft naar opheffing van deze versnippering.