Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Deelpacht

betekenis & definitie

Teelt, waarbij ieder van de contracterende partijen een bepaald gedeelte van de opbrengst in natura ontvangen (z. Deelbouw).

Een bijzondere vorm van d. wordt in de Betuwe en omgeving vaak in de fruitteelt toegepast. De eigenaar stelt zijn boomgaard ter beschikking, doch houdt het recht van beweiding. De deelpachter krijgt een zetboer-contract, waarbij hij zich verplicht alle werkzaamheden, ook het snoeien en spuiten, te verrichten. Voor appels en peren krijgt hij ongeveer de helft, voor kersen (wegens de hogere kosten van het plukken) tot ¾ van de netto-veilingopbrengst.In Ned. is d. van weinig betekenis. In 1921 kwamen hier 232 gevallen van d. voor, die betrekking hadden op 458 ha grond.

In Frankr., Italië en andere Zuidelijke landen is de d. van meer betekenis.

< >