Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Coöperatieve melkcentrale

betekenis & definitie

(C.M.C.). In 1944 is door melkveehouders in het W. van Ned. een coöp. vereniging onder bovenstaande naam opgericht, die zich ten doel stelt de behartiging van de belangen harer leden op het gebied van de winning, de verwerking en de afzet van melk.

De C.M.C. is gevestigd te ’s-Gravenhage en ving haar werkzaamheden kort na de bevrijding aan. Zij exploiteert melkinrichtingen en zuivelfabrieken te Assendelft, Naaldwijk, Spijkenisse en Wormerveer en is geïnteresseerd bij vele andere ondernemingen op het gebied van de afzet en verwerking van melk. Op 31 Dec. 1952 bedroeg het aantal aangesloten melkveehouders 12.006. In het boekjaar 1951/1952 ontving de C.M.C. van haar leden 487.345.956 kg melk met gem. 3,49% vet, waarvoor netto f 101.424.122,11 uitbetaald werd. Het totaal bedrag der verkopen bedroeg in dat boekjaar f 121.165.887,75.

Onderstaande cijfers geven een beeld van de ontwikkeling der C.M.C.

Boekjaar Melkaanvoer in millioenen kg Omzet in duizenden gld.

1945/19461) 56,8 10.373,5
1946/1947 337,3 59.325,0
1947/1948 343,6 64.865,3
1948/1949 469,2 102.548,9
1949/1950 542,3 113.287,6
1950/1951 530,8 114.711,5
1951/1952 487,3 121.165,9
1) 18 weken

Voor het boekjaar 1952/1953 was de melkaanvoer 487.2 mill. kg, in 1953/1954 508.9 mill. kg, met vetgehalte resp. van 3,54% en 3,56%. De melkaanvoer van de C.M.C. maakt ongeveer ⅔ uit van de totale hoeveelheid melk, die in West en Midden Ned. door melkveehouders wordt afgeleverd.

< >