Een slepend verlopende ziekte, gewoonlijk zonder duidelijke ziekteverschijnselen, doordat de afweer van het lichaam ongeveer in evenwicht is met de aanvalskracht van de ziekteverwekker. Een chronisch verlopende ziekte kan soms pas na zeer lange tijd genezen of tot de dood leiden.
Koorts ziet men slechts in geringe mate optreden. Het tegengestelde is acute ziekte.