Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Castorolie

betekenis & definitie

wordt geperst uit de zaden van Ricinus communis L., fam. Euphorbiaceae, de wonderboom, een typisch droogte-resistent gewas.

De cultuur vindt voorn, plaats in India en Braz., maar Indon. was vroeger ook een producent van betekenis, die wel 12.000 ton uitvoerde. De plant zou de bodem nogal uitputten. Men zaait op afstanden van 4 x 4 of 4 x 5 voet, meestal op onbevloeide gronden, en knijpt na een maand de top uit. De vruchten worden in de zon op matten gedroogd, waarbij zij in drieën openspringen. Daarbij wordt het zaad er uit geslingerd. Opbrengst ca 4,5 q/ha. De zaden bevatten ca 50% olie, die door persing wordt verwijderd; de boengkil is, door de aanwezigheid van ricine, giftig en dus voor veevoer ongeschikt. De olie heeft een nog gering medicinaal gebruik; verreweg het belangrijkst is het technisch gebruik, dat berust op de van andere vetten geheel verschillende samenstelling. Het is in de laatste 20 jaar van toenemende betekenis geworden voor de verfindustrie, omdat door waterafsplitsing uit het vetzuurmolecule een droger olie ontstaat, de ricineenolic, welker eigenschappen en dus in de regel ook de prijs, staan tussen die van lijn- en tungolie.

Daarnaast wordt het met zwavelzuur behandeld, waarbij de Turks-rood olie ontstaat, die wordt gebruikt in de textiel-, batik- en leerindustrie. Bovendien vindt het nog toepassing in de smeerolie-industrie, voor de smering van snellopende motoren en voor de vervaardiging van hydraulische vloeistoffen. Verder wordt het gebruikt bij de bereiding van kunstharsen, omdat het deze meer plastisch maakt en bij de samenstelling van haarmiddelen, omdat het in alcohol goed oplosbaar is. Het totale wereldgebruik wordt geschat op 115.000 ton, uitgedrukt in olie.

De cultuur van Ricinus neemt in Congo in de laatste jaren een zekere uitbreiding. In 1952 werden 2.872 t. zaden uitgevoerd.

< >