Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Burenrecht

betekenis & definitie

De rechten en verplichtingen geldende tussen eigenaren van naburige erven; van rechtswege geldende en in het B. W. geregeld.

Ten aanzien van landelijke eigendommen betreft dit: de natuurlijke afloop van water; het gebruik van door- of langslopend water; waterbronnen; grenssloten en het onderhoud daarvan; afscheidingen, muren, heggen en dgl.; overhangende bomen; uitwegen, en buurwegen (gemeenschappelijke uitwegen). Men kan omtrent deze dingen ook onderlinge afspraken maken, maar bij gebreke daarvan gelden de regels van de wet. Van het b. wel te onderscheiden zijn de 'servituten, zakelijke rechten, die opzettelijk als zodanig zijn gevestigd en in het hypotheekregister ingeschreven.Afscheidingen worden verondersteld gemeen te zijn; ze moeten dan met gemeenschappelijke zorg en kosten in stand gehouden en c.q. hersteld worden.

Wanneer de ene buur de scheidsloot ‘voorsloot’, moet de ander ‘nasloten’; hekken en heggen op de scheiding staande moeten gezamenlijk onderhouden worden, enz. Overhangende boomtakken behoeft men niet te dulden; opgaande bomen mag men niet planten binnen 2 m van de grens, heggen niet binnen 50 cm van de grens. Van lopend water (beek b.v.) mag men op eigen erf wel gebruik maken, maar men mag het water aan het lagere erf niet onttrekken. Een buurweg, zijnde een uitweg voor het gezamenlijke gebruik van aangrenzende erven bestemd, mag men aan dat gebruik niet onttrekken (z. Uitweg).

< >