De flora van speciale samenstelling, die opslaat op terreinen, waar door brand de oorspronkelijke begroeiing is verdwenen. Deze flora profiteert van de sterk verhoogde lichtinval en van de anorganische voedingszouten, die vrij zijn gekomen door verbranding van de humus, maar zij mist de stikstof, omdat deze bij het verbranden van plantendelen met de rook de lucht ingaat.
Ook de organische colloiden, die het wegspoelen dier voedingszouten tegengaan, zijn verdwenen. De flora bestaat voorn, uit kortlevende, vaak éénjarige soorten.Zo treft men in West Europa, waar een vrij intense brand is geweest, vaak Epilobium aan; de daardoor gevormde vegetatie gaat, evenals andere secundaire begroeiingen, geleidelijk over in een meer blijvende.