Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Bovenveencultuur

betekenis & definitie

(ook veencultuur of moderne hoogveencultuur genoemd). In het laatst der 19e eeuw door het Veenproefstation in Bremen ontwikkelde cultuurwijze voor on vergraven, hooggelegen, voedselarme venen.

De b. vergt regeling van de waterstand op 55-85 cm onder maaiveld. Eventueel worden stuwen geplaatst om ’s zomers te diep wegstromen van het water te voorkomen. Ontwatering wordt door drainage met turfdrains of door een zorgvuldig gelegde buizendrainage verkregen. Na een voorbewerking met een zware schijvenegge volgt bewerking tot op 25 cm

diepte met een speciale ploeg of met een freesmachine. De ontginning wordt voltooid door ontzuring van de bovenste 20-25 cm met 3-6000 kg CaO. Zware bemesting is nodig. In de behoefte aan 'sporenelementen moet worden voorzien. Na enige jaren gebruik als bouwland kan, eventueel na egalisatie, aanleg van grasland volgen, waarvoor de veengrond zich wegens zijn nachtvorstgevoeligheid het beste leent.

De rol is op deze gronden een belangrijk werktuig m.h.o. op aandrukken van de losse bovenlaag vooral na opvriezen van de zode. De ontginning van uitgestrekte hoogveengebieden stuit op grote moeilijkheden wegens de op deze weinig draagkrachtige grond kostbare funderingen van wegen en gebouwen. In Ned. is de b. door de nagenoeg volledige 'vervening van de hoge venen nauwelijks van enige betekenis.

< >