Rechten, die vaak nog dateren uit de Middeleeuwen, toen de bevolkingsdichtheid veel minder en de uitgestrektheid der bossen aanzienlijk groter was dan tegenwoordig. Daardoor was de waarde dier bossen gering en werd van de zijde der eigenaren (vorsten, adellijke personen, kloosterorden enz.) aan de plaatselijke bevolking en aan in of bij het bos gelegen bedrijfjes dikwijls toegestaan voor eigen gebruik hout te kappen, bosbijproducten in te zamelen of vee in de bossen te weiden.
Op de duur ging men dit als recht beschouwen.Voor zover deze gebruiksrechten thans nog bestaan vormen ze een grote belemmering voor een geregeld bosbeheer en tracht de boseigenaar ze daarom af te kopen, waartoe de wetgeving in sommige landen de gelegenheid biedt.
In de tropen, waar in vele streken de toestanden nog analoog zijn aan die in de Middeleeuwen hier, is het vooral het ontginningsrecht van de inheemse bevolking, waarbij het bos gekapt en verbrand en de grond lijdelijk voor landb. gebezigd wordt, dat de vaak noodzakelijke instandhouding van bossen om hydrologische en orologische redenen of uit een oogpunt van houtproductie in de weg staat.