1. (bosb.) Vaccinium myrtillus L., fam. Ericacea.
De aanwezigheid van deze plant in de onderbegroeiing van een bos wijst i.h.a. op een slechte vertering van het strooisel en werkt deze door eigen zuur strooisel nog in de hand. De b. vormt een dicht wortelnet in de strooisellaag, waardoor een groot deel van de neerslag direct wordt geabsorbeerd en natuurlijke verjonging onmogelijk wordt gemaakt. Alen bestrijdt de b. door bewerking van de grond met daartoe geschikte werktuigen als de bosegel (boscultivator), door bekalking en door onderplanting met bodemverzorgende houtsoorten en -struiken.De zwartblauwe bessen leveren een bosbijproduct, waaruit niet onaanzienlijke neveninkomsten kunnen worden verkregen.
Naast de blauwe bosbes komt ook voor de rode bosbes (V. vitis-ideae L.), die altijd groen is en wijst op nog slechtere bodemtoestanden.
2. (tuinb.) In Ned. komen verschillende soorten Vaccinium voor, die echter niet alle met de naam b. worden aangeduid. Meestal doet men dit alleen met de V. vitis-ideae L., de rode b. en de V. myrtillus L., de blauwe b. Doch V.uliginosum L. noemt men rijsbes, V.oxycoccus veenbes en V.macrocarpum, Am. veenbes of cranberry. De veenbessen brengt men tegenwoordig ook wel onder het geslacht Oxycoccus. De bessen van V. myrtillus en V.uliginosum zijn blauwen van V. vitis-ideae en de veenbessen rood. De b. zijn eetbaar en worden vers gebruikt of verwerkt tot jams en dranken. Ook in de geneeskunde worden de vruchten en plantendelen gebruikt.
Voor zover ze in ‘t wild voorkomen worden ze - behalve de V.uliginosum - gezocht en geoogst en dan voor een groot deel naar het buitenland verzonden. V. macrocarpum, die men in hoofdzaak op Terschelling aantreft (80-100 ha), is van Am. oorsprong en levert de cranberry, die in hoofdzaak naar Eng. wordt verzonden.Tegenwoordig kweekt men de cranberry ook in Smilde (22 ha).
Lit.: J. WASSCHER, De in ons land inheemse en gekweekte Vaccinium-soorten.