In 1905 werd door BIRKELAND-EYDE de oxydatie van de luchtstikstof technisch mogelijk gemaakt als volgt. Lucht wordt geleid door een vlamboog met een diameter van 1,80 m en een dikte van 6-8 cm.
Deze wordt verkregen door het trekken van een electrische boog bij 5000 V, waarop loodrecht een magneetveld staat. De temp. van deze vlamboog is ongeveer 3200o C, waarbij de reactie N2 + O2 ➝ 2 NO goed verloopt. Het NO wordt met luchtzuurstof verder geoxydeerd en door oplossen in water ontstaat salpeterzuur. Het proces is vroeger in Noorwegen toegepast voor de bereiding van de Norge-salpeter (kalksalpeter). Hierdoor werd men wat de stikstofbemesting betreft minder afhankelijk van chilisalpeter en stalmest en kreeg men daarvoor de beschikking over de kolossale hoeveelheid stikstof die in gasvormige toestand in de lucht voorkomt, maar in deze gasvormige toestand niet door de plant kan worden opgenomen. Later heeft men de omzetting van de gasvormige stikstof uit de lucht lot kunstmest kunnen realiseren op nog andere wijzen en is het B.E.-proces niet meer in gebruik, daar het te veel energie vraagt. Van de 3 hieronder genoemde bindingen vraagt het de meeste energie.
Binding van 1 ton luchtstikstof kost aan energie:
bij binding tot kalkstikstof . .10.000 kWh
bij binding tot ammoniak . .7-8.000 kWh
bij binding tot stikstofoxyde 55.000 kWh