1. ♂ varken; moet naast de primaire, ook de secundaire geslachtskenmerken vertonen. Een goed ♂ voorkomen komt vooral tot uiting in de kop, een wat zwaardere voorhand en een iets minder gevulde achterhand dan bij zeug.
2. Het mengsel van vaste en vloeibare faecaliën van de mens. Per dag per persoon worden ongeveer 100 à 200 g vaste faecaliën met 30-45 g vaste stof uitgcschciden. de urine-uitscheiding bedraagt per dag per persoon ongeveer 1,51, waarin ca 50 g vaste stof. Gemiddeld is de samenstelling van het mengsel 93% water met 7% droge stof. Het N-, P- en K-gehalte is resp. 1, 1, 0,2 en 0,3%.
B. is bruikbaar als meststof, maar wordt slechts incidenteel als zodanig direct gebruikt. Sommige steden verwerken de b. met de stadsafval tot een compost, ofschoon dit steeds minder wordt toegepast als gevolg van de hygiënische maatregelen, waardoor de b. veel moeilijker te winnen is. In het buitenland wordt de b. soms gedroogd en als poudrette in de handel gebracht.