Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Bedekkingsmateriaal

betekenis & definitie

1. (Indon.: Als dakbedekking in de landelijke streken in de tropen wordt het meest gebruikt de atap, gedroogd alang-alangblad Imperata cylindrica BEAUV. ) of palmblad, dat om een bamboestokje wordt dubbelgevouwen en met een dun strookje bamboe wordt samengevlochten. Deze atap-schermpjes worden bij wijze van dakpannen, over elkaar reikend, aan de bamboelatten van het dak vastgebonden.

Een betere doch duurdere vorm in de houtrijke streken zijn siraps: houten dakplankjes, van ijzerhout of djati vervaardigd. Zeldzamer zijn de daken van gevlochten i(n)djoek (de vezels uit de bladvoet van de arenpalm). Doeltreffend, doch onaesthetisch zijn uiteen geslagen petroleumblikken als dakbedekking. Stenen pannen worden steeds meer gebruikt; ze missen echter in de regel de soliditeit van Eur. dakpannen, als gevolg van de minder goede grondstof, het onvoldoende vuren der bakovens, en doordat ze aan extra zware klimaatinvloeden zijn blootgesteld.

2. (België) In de Congo gebruikt men als b. palmbladeren: Sclerosperma maiutii WENDL. Raphia spp., etc., ook verschillende soorten uit de fam. der Marantaceae: Sarcophrynium arnoldianum DE Wild., etc. Verder gebruikt men hier ook Imperata, en, in de vorm van dekplankjes, het hout van Musanga cecropioides R. BROWN.

< >