Trifolium hybridum L., meerjarige klaversoort, die, doordat zij van een -vochtig, koel klimaat houdt en weinig gevoelig is voor vorst, vooral in de kuststreken van W. en N. Eur. voorkomt.
B. begint paslaatinhetvoorjaardoor te groeien, legertspoedig en levert slechts een geringe nagroei: wordt daarom meestal in mengsel met rode klaver en grassen verbouwd. In groene toestand smaakt zij bitter en levert gevaar op voor spijsverteringsstoornissen en ontsteking van monddelen en ogen; de eerste snede wordt dan ook meestal gehooid. B. neemt voor verschillende eigenschappen o.a. bloemkleur en groeiwijze een plaats in tussen rode klaver en witte klaver; men heeft in haar dan ook wel een kruisingsproduct van Trifolium pratense L.en Trifolium repens L. gezien, vandaar de naam b.
Zij vond een grote verbreiding in Zweden en wordt daarom ook Zweedse klaver genoemd ; het Zweedse dorp Alsike bezorgde haar in de V.S.de naam Alsike-clover (z. Klaver en Trifolium). Voederwaarde bij het begin van de bloei vre 2,4, zw 7,9; in volle bloei resp. 1,6 en 7,6. De klaver verhout niet gauw; varkens nemen haar minder graag op. Hoewel er gemakkelijk meeldauw optreedt, zijn bij het vee nog geen moeilijkheden opgemerkt. Voor beweiding na le snede zeer geschikt.