is de Mal. naam voor hoge waterstand in de rivieren, gewoonlijk ontstaan door zware regenval. In hellend bergterrein kan het voorkomen, dat de b. plotseling aankomt als een bruisende wal van water, doordat de onderste waterlagen door wrijving aan het rivierbed méér worden vertraagd dan de bovenste, overeenkomstig het verschijnsel van brandingsgolven.
B. kunnen ook uit modderstromen bestaan (lahars), doordat het regenwater het losse materiaal van een vulkaanmantel meevoert, zoals bij de Semeroe is voorgekomen; het water kan daarbij ook afkomstig zijn van het uitwerpen van een kratermeer, zoals bij uitbarstingen van de Kloet en de Merapi (in O.Java) plaats heeft gevonden. Te Sintang, aan de middenloop van de Kapoeas in W. Borneo, zijn als uiterste waterstanden waargenomen 8 m beneden en 7½ m boven het nulpeil. Bij zeer hoge waterstand in de Kapoeas, als het lage land onder water loopt, wordt de gehele merenstreek herschapen in één reusachtige waterplas, waarboven slechts de kruinen der bomen en enkele heuvels uitsteken.