zijn de oxyden (zuurstof-verbindingen) van calcium (Ca), strontium (Sr) en barium (Ba), waarbij soms ook magnesium (Mg) gerekend wordt. In zuivere toestand zijn zij wit.
In water zijn zij weinig oplosbaar, waarbij zij in hydroxyden overgaan. De meest bekende is calciumoxyde, CaO, ongebluste kalk, dat met water overgaat in Ca(OH)2, gebluste kalk. Algemeen bekend is het gebruik bij het ‘kalken’ van de bodem en als bestanddeel van metselspecie. Strontium en barium zijn voor de landb. van weinig betekenis.