De uier van de koe bestaat uit 4 delen, 2 voor- en 2 achterkwartieren. De linker en de rechter uierhelft, ieder bestaande uit een voor- en een achterkwartier, zijn gescheiden door een bindweefselplaat.
De voor- en achterkwartieren zijn alleen functioneel gescheiden, zodat de melk uit het voorkwartier niet in het a. terecht kan komen, evenmin als omgekeerd. De grens tussen deze beide kan men echter zonder meer op het oog niet zien.