Gepubliceerd op 14-10-2020

Willem Gerhard Janssen

betekenis & definitie

Geb. 11 —6— 1880. Was vroeger eigenaar van een technische handelszaak in Enschede.

Oprichter juniorenclub ELTC in 1897, een jaar later overgegaan naar senioren. Vervolgens tot 1913 secretaris van ELTC gebleven. Was van 1899 tot 1908 bijna onafgebroken winnaar van het clubkampioenschap van ELTC. Was verdienstelijk tennisser, maar voelde veel meer voor de organisatorische facetten van deze sport. Hoogtepunten: in 1904 op het bekende ELTC-toernooi in de finale met 6-3 en 6-3 gewonnen van ,A.W, Deuce’ (Frensen); in dat zelfde jaar op het internationale toernooi van Hilversum (Melkhuisje) samen met Bouman (vader van Kea) in de derde ronde met 6—4 en 6—3 gewonnen van Scheurleer en jhr. Van Reenen, waarna werd verloren van C. en R. van Lennep, de latere winnaars, met 4—6 en 3—6.

Vanaf 1907 eerst gewestelijk medewerker aan bestuur van toenmalige NLTB, later ruim twintig jaar bestuurslid van de tennisbon d, samen met Jan Feith, Des Tombe, Hoyte Veder, C. Vreedenburgh, A. Broese Groenou en Nypels. Erelid KNLTB, ELTC, de voetbalclub PW en de Twentse Golfclub. Was erg deskundig op technisch gebied, zoals met het geven van adviezen bij de aanleg van tennisbanen en voetbalvelden. Speelde als voetballer jarenlang in PW en in de jaren 1907 en 1908 in het Nederlands elftal tegen België en Engeland.

Was een aantal jaren lid van het Nederlands Golf comité. Verdere sporten: hockey, kaatsen, golf, wegwielrennen, schaatsen, gymnastiek en atletiek.

< >