ABC van de Hengelsport

Van Onck (1972)

Gepubliceerd op 28-04-2019

Spiering

betekenis & definitie

Spiering - Deze Osmerus eperlanus komt zo¬wel in zoetals in zoutwater voor. Het is mij niet helemaal duidelijk, of het twee verschillende variëtei¬ten zijn, maar in elk geval hebben ze beide dezelfde Latijnse naam.

Het is hoogst waarschijnlijk zo, dat de ,zeespiering’ in april—mei het brakke en zoete water intrekt om te paaien, terwijl zich in onze binnen¬wateren standpopulaties ophouden, die daar wat andere levensgewoon¬ten hebben aangenomen en ook klei¬ner van formaat blijven. In plassen als de uitstekende Wijde Bliek in Kortenhoef zijn ze de welkome buit van de daar veelvuldig voorkomen¬de snoekbaars. Lengte zeespiering 15—18 cm, van de zoetwaterspiering 10—15 cm. Te herkennen aan zijn zeer slanke vorm, zijn vooruit-stekende onderkaak en het feit, dat hij haast doorschijnend lijkt.

< >