Westamerikaanse balsempopulier - Zeer grote loofbomen die inheems zijn in het noordwesten van Noord-Amerika. Elders plant men ze tegenwoordig als sierbomen. In sommige classificaties een ondersoort van Populus balsamifera. Het is de eerste boom waarvan het genoom volledig is gesequencet. Van de boom maakt men timmerhout, en extracten van de geurige knoppen gebruikt men in parfums, medicijnen en cosmetica. De indianen uit de noordelijke gebieden aan de westkust van Noord-Amerika gebruikten de binnenbast als voedsel en medicijn; de salicoside in de bast is een ontstekingsremmer waarmee men o.a. wonden kan verzorgen. Het hout, de wortels en de schors van de boom gebruikte men als brandhout en om kano's, touw, visfuiken, manden en bouwconstructies te maken. Het gomachtige sap werd als lijm gebruikt en om voorwerpen waterdicht te maken.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk