scheik. element, behoorende t/d aardalkalimetalen, symb. Sr, atoomgew. 87,6, s.g. 2,5; komt i/d natuur alleen gebonden voor, als zouten; geelwit metaal, dat bij verhitting a/d lucht ontbrandt.
S.-zouten spelen een rol i/d suikerindustrie en i/d geneesk.