Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Gepubliceerd op 22-05-2021

Siam

betekenis & definitie

(Siameesch: Muang T’ai = Staat der Vrijen), koninkrijk in Achter-Indiê, a/d Golf v. Siam, 518 000 km“, 12 mill. inw.

In het N. bergachtig, vruchtbaar. Voornaamste rivieren: i/h O. de Mekong o/d grens v. Fransch Indo-China, i/h W. de Tachin en Menam aan welker monding de hoofdst. → Bangkok ligt, centrum v/d uitvoerhandel (85%). De voornaamste voortbrengselen v. S. zijn: rijst, peper, sesamzaad, hennep, tabak, suikerriet, vruchten, kostbare houtsoorten (djati, enz.). De heerschende godsdienst is Boeddhisme.

De koning wordt terzijde gestaan d/e ministerraad en wetgevenden raad. In 1932 brak een opstand uit, die weinig om het lijf had; in Dec. v. dat jaar werd een nieuwe democratische grondwet afgekondigd.

< >