behooren tot de → beenvisschen, bezitten naast de kieuwen 1 of 2 longen; zij leven in Australië en Zuid. Afrika in ’s zomers uitdrogende plassen, graven zich i/d modder en halen i/d droge periode adem door hun longen.
De Australische l. worden tot 1 m lang, kunnen niet lang buiten water. De in Afrika en a/d Amazone voork. salamandervisschen leven i/d regentijd in piassen of moerassen en houden i/d droge periode een zomerslaap v. 6 maanden.