1) tweehoevig, herkauwend dier, i/h wild levend over de geheele wereld behalve Australië en Z. helft v. Afrika; hiertoe behooren eland, ree, rendier, damhert, edelhert.
In den bronsttijd (September en October) hevige gevechten tusschen de mannetjes;2) vliegend h., groote kever met kaken die a/e gewei herinneren (ook: hertkever).