Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Gepubliceerd op 22-05-2021

Electrieiteit

betekenis & definitie

natuurkracht, oorzaak v/d electr. verschijnselen; doet zich voor in zeer verschillende vormen, als; wrijvings-e., galvanische e. atmosferische e., inductie-e., thermo-e. Naam ontleend aan elektron (= → barnsteen), waarvan reeds b/d Grieken bekend was, dat het door wrijving het vermogen kreeg, kleine voorwerpen aan te trekken.

Tot 19e eeuw niet practisch toegepast. → Volta ontdekte 1789 de spanning ontstaan door onderlinge aanraking v. koper-, in zwavelzuur gedrenkte vilt- en zinkplaten. Van → Oerstedt in 1820 de afwijking v/e magneetnaald. → Faraday in 1831 magnetische → inductie. Na 1860 snelle ontwikkeling en practische toepassing: → Reis in 1860 → telefoon; → iSiemens in 1867 → dynamo, → Maxwell in 1870 → electromagnetische lichttheorie, → Hertz in 1888 → electromagnetische golven, → Marconi in 1896 radiotelegrafie { → radio-techniek). Thans is de e. de belangrijkste en meest toegepaste bron v. kracht, voornamelijk als mechanische ( → electromotoren), chemische ( → electrohse), thermische ( → electrische verwarming). Wetenschap beschouwt thans de electronen als de dragers der electrische verschijnselen.

< >