Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Gepubliceerd op 22-05-2021

Alpen

betekenis & definitie

hoogste gebergte v. Europa, strekt zich uit v/d Middell.

Zee tot de Hong. laagvlakte bij Weenen, 1100 km lang, ± 200 km breed; ontstonden in tertiair ( → geologische formaties); worden volgens de lijn → Bodenmeer- → Rijn → Achterrijn → Splügenpas verdeeld m West-A. en Oost-A. Hoogste top Mont-Blanc (481 Om); → boomgrens 1900 m → sneeuwgrens 2800/ 3100 m. Door de dalen tal van spoor- en straatwegen. 2500 → gletschers. Belangrijke tunnels: Mt.-Cenis (13 km), Simplon (19,8 km), Gotthard (14,9 km) en Arlberg (10,3 km). Op de A.weiden de A.-roos ( → rhododendron), → edelweiss, → gentiaan, A.-viooltje ( → cyclamen); dierenwereld der A.: → gems, → steen-arend en ) sneeuwhoen. Verder A.-kraai (fam.

Corvidae), A.-muis (fam. woelmuizen). A -salamander (jongen ondergaan geen gedaanteverwisseling). Bij zonsondergang vertoonen de A. dikwijls roodgekleurde toppen (A.-gloeien). Met de studie en het bezoeken v/d A. houden zich in versch landen A.-clubs bezig; in Nederland de A.-vereeniging (opger. 1902)

< >