Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Gepubliceerd op 20-03-2024

Samengesteld

betekenis & definitie

Adjectief: samengesteld, heterogeen, dubbel, duplex, binair, tweeledig, driedelig, drievoudig, drietallig, drieaderig, drietandig, driebladig, driebenig, drieschalig, drietakkig, vierzijdig, vierledig, vierbladig, vierarmig, drievingerig, vierbenig, viervoetig, vierhoofdig, viervleugelig, vierpotig, vierpuntig, vierregelig, vijfledig, vijfzijdig, zesdubbel, zesvoudig, zeszijdig, zesregelig, zeshoofdig, zesvoetig, zevenarmig, zevendelig, zevendubbel, zevenvoudig, zevenvakkig, zevenvoetig... enz.,

meerledig, veeldelig, veelledig, veelvakkig, veeltakkig.

Naamwoord: samengesteldheid, heterogeniteit, dualisme, meerledigheid.

driestel, drietak, drietand.

Werkwoord: bestaan uit, het gelijkt wel een bedelaarsdeken.

Causatief: samenstellen.

Spreekwoord: elke pot heeft twee handvatsels.