Werkwoord: bespreken, van gedachten wisselen, bepraten, beredeneren, behandelen, in behandeling nemen, handelen over, onderhandelen, iets verhandelen, iets verhakstukken, schrijven en wrijven, iem. over iets onderhouden, een onderwerp aansnijden, beraadslagen over, delibereren over, (om) raad vragen, te rade gaan bij, met iem. raad plegen, iets met iem. overleggen, ramen, consuleren, consulteren (kon...), met iem. over iets confereren (kon...), een conferentie (kon...) houden, redetwisten, redekavelen, bekvechten, moelvechten, iem. het terrein betwisten, een lans met iem. breken, het pro en contra horen, discussiëren (disku...), bediscussiëren, disputeren, bedisputeren, concerteren (kon...), parlementen, parlementeren, polemiseren (..zeren), pointilleren, een onderwerp uitputten (afhandelen), nabespreken.
een onderwerp in debat brengen, met iem. in debat treden (gaan), op de agenda plaatsen, het debat openen (voor geopend verklaren), debatteren, de degens kruisen, het debat sluiten (voor gesloten verklaren).
voorstellen, voorleggen, voorslaan, opperen, ter sprake brengen, in het midden brengen, ter tafel brengen, te berde brengen, op het tapijt brengen, op de batterij
brengen, voor het voetlicht brengen, met iets op de proppen komen, iets op de baan brengen, een voorstel indienen, een voorstel aanhangig maken, aankomen met iets, iets aan de orde stellen, een aanloopje nemen, een balletje van iets opgooien, iets op het dak werpen, iets van iem. afhankelijk maken, deponeren, proponeren, offreren, moveren, het schip over de andere boeg wenden (gooien), op iets terug komen, buiten de orde gaan, buiten zijn boekje gaan, tot de orde geroepen worden.
ter sprake komen, in behandeling komen, in het geding komen (zijn), het onderwerp van het gesprek vormen, te berde komen, ter tafel komen, op de agenda staan, in het gesprek te pas komen, dat is al lang in de molen, dat is de kwestie, dat is de stok niet waar men het water over draagt, dat is de boodschap niet, de spraken zijn verward.
Adjectief: onderhavig, kwestieus, discutabel (disku...).
Naamwoord: bespreking, besprek, beredenering, behandeling, handeling, onderhandeling, verhandeling, samenspreking, overlegging, overleg, beraadslaging, raadpleging, raadslag, raad, raming, ruggespraak, wanbeleid, wanberaad, achterraad, deliberatie, conferentie (kon...), consult (kon...), consultatie (kon...), preliminariën, woordenwisseling, woordentwist, wrijving van gedachten, kruisverhoor, kruisvuur, redekaveling, geredekavel, redestrijd, redetwist, twistrede, twistgesprek, bisbilles, twistgeschrijf, disputatie, dispuut, discussie (..kussie), polemiek, nabespreking, nagesprek.
gelegenheid tot debat, vergadering met debat, debatvergadering, debatbijeenkomst, praatavond, debatavond, debat, gedachtenwisseling, openbaar debat, drukpersdebat, een Babylonische spraakverwarring.
voorstel, voorslag, rauw voorstel, propositie, offerte, motie, initiatief, strijdvraag, twistvraag, geschilpunt, punt, de bewuste zaak, kwestie, t(h)ema, chapiter, kapittel, motie, motie van orde, amendement, preliminariën, dagorde, agenda.
onderhandelaar, raadpleger, consultant (kon...), twistredenaar, disputator, disputant, polemist, debater, voorsteller, proponent, referent, disputeur-college (.-kollege), debating-club.
Gepubliceerd op 20-03-2024
Discussie
betekenis & definitie