Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Gepubliceerd op 14-03-2019

Reserve tot aflossing van pandbrieven

betekenis & definitie

Reserve tot aflossing van pandbrieven - rek., voorkomende in de boekhouding van hypotheekbanken; wordt gecrediteerd voor het nominaal bedrag der later af te lossen pandbrieven (per de rek. Pandbrieven), en gedebit. bij de uitloting dezer stukken ; zij stelt voor een schuld aan derden, n.I. de houders der uit te loten pandbrieven, en draagt dus ten onrechte den naam Reserve. Zie aldaar. Het doel der rekening is geen ander, dan een kunstmatige gelijkheid te bewaren tusschen de rekeningen der uitstaande hypotheken en loopende pandbrieven der bank. Blijkt die gelijkheid verbroken door een hypotheek-aflossing, dan boekt men een overeenkomstig bedrag van de Pandbrieven-rekening op de z.g.n. Reserve tot aflossing van pandbrieven over. Later zullen deze pandbrieven moeten worden uitgeloot, waarom de naam „uit te loten pandbrieven” voor deze rek. wel de juiste zou zijn.

< >