Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

ploegmaat, -makker

betekenis & definitie

Renner die tot dezelfde ploeg behoort. Frans: coéquipier; équipier. Engels: teammate.

Veertig kilometer voor het einde kreeg De Waal een lekke band, maar Jan Raas wachtte op zijn ploegmakker. (Wim Amels: Klassiekerkoning Jan Raas. 1984)

Ploegmaat Eddy Planckaert bewees uit het goede hout te zijn gesneden toen hij stelde: ‘In elk geval, als hij niet gedeklasseerd wordt - ’t mag dan nog Bontempi zijn - ik rij hem de volgende keer met zijn kloten in de balustrades...’ (Mark Uytterhoeven: De moderne beroepsrenner. 1986)

< >