Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 07-06-2019

Zethus

betekenis & definitie

Zethus - Ζῆθος, tweelingbroeder van Amphīon (z. a.). Geheel verschillend van dezen, was hij ruw van aard en hield hij zich bij voorkeur als jager in de bergen op.

Hij was gehuwd met Aēdon (z. a.).Ζευγῖται, atheensche burgers der derde klasse volgens de indeeling van Solon, zij die jaarlijks van hunne goederen 200–300 medimnen of metreten oogstten. Tot 458 konden zij alleen lagere ambten bekleeden, eerst toen werd ook het archontaat voor hen toegankelijk.