Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 07-06-2019

Sidon

betekenis & definitie

Sidon - Σιδών, de oudste en lang de machtigste der phoenicische steden, eene sterke vesting met een dubbele haven. Door handel, zeevaart, kunst en nijverheid en door het uitzenden van talrijke volkplantingen verhief Sidon zich tot een hoogen trap van bloei, totdat het door het jongere Tyrus overschaduwd werd.

De sidonische schepen waren uitstekende zeilers, de sidonische zeelieden in hun tijd de beste der wereld. De nijverheid bloeide vooral door glasfabrieken en door de weverijen, waar de kostbare sidonische gewaden werden vervaardigd.

Van oudsher stond Sidon onder erfelijke koningen, die ook onder de perzische en de macedonische opperheerschappij aan het bewind bleven. In 675 was Sidon door Assarhaddon van Niniveh vernietigd, maar als assyrische kolonie weer opgebouwd.

Sedert de 5de eeuw begint de grieksche invloed er door te dringen. De 17 sarkophagen van de koningen van Sidon, die in 1887 terug gevonden zijn, en zich nu in het Museum te Constantinopel bevinden, zijn door grieksche kunstenaars van den eersten rang vervaardigd.

De verwoesting door den perzischen koning Artaxerxes III Ochus (± 350), tot straf voor haren afval, bracht aan de stad een onherstelbaren slag toe.