Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Hippocles

betekenis & definitie

Hippocles - Ἱπποκλῆς, zoon van Menippus, atheensch strateeg, trachtte in 412 te vergeefs de peloponnesische schepen te nemen, die van Sicilië terug kwamen. Een van de tien mannen, die tusschen de afzetting van de 30 en het herstel der democratie te Athene de regeering in handen hadden, draagt denzelfden naam; of het dezelfde persoon is, is onzeker.

< >