Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Conon

betekenis & definitie

Conon - Κόνων, 1) atheensch vlootvoogd in den peloponnesischen oorlog. Na het ontslag van Alcibiades werd hem met anderen het opperbevel opgedragen, hij werd echter door Callicratidas op zee verslagen en in de haven van Mytilēne ingesloten; de overwinning der Atheners bij de Arginusen (406) bevrijdde hem. Bij Lysander’s overwinning bij Aegospotami was hij de eenige admiraal, die waakzaam genoeg was om met eenige schepen behouden te ontkomen.

Hij ging naar Cyprus, van waar hij betrekkingen aanknoopte met het perzische hof, en toen Agesilāus in Azië kwam, kreeg Conon het bevel over eene perzische vloot, waarmede hij de spartaansche vloot onder Pisander bij Cnidus volkomen versloeg (394). Door Pharnabāzus geholpen, verjoeg hij de Spartanen uit de eilanden en steden van Klein-Azië, landde hier en daar op de peloponnesische kusten, en liet voor perzisch geld de muren van Athene herstellen. Kort daarna door de Atheners naar den spartaanschgezinden perzischen veldheer Tiribāzus gezonden, werd hij door dezen te Sardes gevangen genomen, doch waarschijnlijk wist hij te ontsnappen en eindigde hij zijn leven op Cyprus.—2) van Samus, beroemd wis- en sterrenkundige, vriend van Archimēdes, gestorven ± 240.—3) taalkundige, die onder Caesar te Rome leefde, schreef vijftig verhalen van geschiedkundigen en mythologischen inhoud.