Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Batāvi

betekenis & definitie

Batāvi - de ons bekende Batavieren, omstreeks 40 uit Germania den Rijn afgezakt. Ze stammen af van de Chatten. De insula Batavorum strekte zich uit tusschen den Rhenus (Rijn) ten N., den Vahalis (Waal) en de monden van de Mosa (Maas) ten Z. en de zee ten W.

Ze wonen ook ten Z. van den Rijn en de Waal. Batavodurum (z. a.), later vervangen door Ulpia Noviomagus, z. Noviomagus, en Forum Hadriani zijn de voornaamste plaatsen in hun gebied.

De Romeinen sloten met hen een bondgenootschap, en in de germaansche oorlogen bewees vooral de uitstekende bataafsche ruiterij voortreffelijke diensten. Keizer Augustus nam de Batavieren onder zijne lijfwacht op. Zie Corporis Custodes.

In 69 na C. echter barstte een opstand der Batavieren onder Claudius Civīlis uit, daar de Romeinen hen meer als overwonnenen dan als bondgenooten behandelden.

De opstand breidde zich ook buiten het eiland uit in zulk eene mate, dat hij voor de rom. heerschappij in het Noorden gevaarlijk dreigde te worden. De Romeinen wisten echter tusschen de Batavieren en hunne bondgenooten tweespalt te verwekken, zoodat de laatsten Civilis in den steek lieten, waarop deze met den rom. veldheer Cereālis vrede sloot.

Het oude bondgenootschap werd hernieuwd. In de 3de eeuw n. C. dienen ze veel onder de equites singulares.

In 300 n. C. wordt hun land overstroomd door de (Salische) Franken, en wat er van hen overschiet, zal zich wel bij de Franken hebben aangesloten.