Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Balneum

betekenis & definitie

Balneum - saamgetrokken uit balineum, badkamer. Om een badhuis aan te duiden gebruikte men oudtijds het plurale balneae, doch daar dit woord in de dactylische maat niet paste, ontstond in het augusteïsche tijdperk het plurale balnea. In zulk

eene openbare badinrichting onderscheidde men: het apodyterium of (ont)kleedkamer, het frigidarium of vertrek voor koude baden, soms met kuipen, soms met een zwembassin of natatio,—het tepidarium, eene verwarmde ruimte, die tot overgang diende,—de ruimte voor het warme bad, caldarium. Deze laatste had een verwarmden bodem, terwijl later ook de zijwanden verwarmd werden door het inrichten van spouwmuren, die men vormde door het aanbrengen van tegulae mammatae, of het aanleggen van buizen, tubuli. Het verwarmen van den vloer bracht men tot stand door die op gemetselde porren of stutten te plaatsen, waaronder dan de heete lucht kon circuleeren. Men kan dit nog goed zien aan de overblijfselen van de Romeinsche baden te Trier (suspensura). Eene groote kuip voor warm water (alveus), vlak boven of dicht bij den haard, was in den vloer gemetseld.

Aan de overzijde had men dan het labrum, een kuip met lauw water, om na te spoelen. Somwijlen komt ook nog een aparte zweetkamer voor, sudatorium of laconicum geheeten, voor het zweetbad, assa sudatio. Na een zweetbad werd men door de badslaven (aliptae), die men gewoonlijk zelf medebracht, met eene soort krabbers (strigiles) van zweet gereinigd, afgewreven, gezalfd. Dit laatste schijnt in het tepidarium verricht te zijn. Een goed voorbeeld van een eenvoudige badinrichting in den eersten keizertijd levert bijgaande plattegrond van de Thermae Stabianae te Pompeii.

A hoofdingang van de afdeeling voor mannen, B zuilengangen, C palaestra met rechts een soort kegelbaan voor een spel met steenen ballen, F natatio. I-VIII afdeeling voor warme baden, waarvan IV doorgang, V frigidarium, VI apodyterium, VII tepidarium, VIII caldarium, IX stookplaats (praefurnium), die zoowel de mannen- als de vrouwenafdeeling van heet, lauw en koud water voorzag. 1–6 afdeeling van vrouwen, 1 en 5 ingangen, 2 apodyterium,
3 tepidarium, 4 caldarium; een frigidarium ontbreekt hier. De ruimten E en G, die aan de natatio aansluiten, dienden voor douchebad. D diende voor apodyterium of destrictarium. Nadat men zich uitgekleed had, hield men zich bezig met gymnastische oefeningen, dan keerde men naar D terug, waar olie en stof afgewreven werden, vervolgens reinigde men zich in E of G, en gebruikte dan de natatio. Onder de rom. keizers verrezen prachtige badhuizen, met wandelgalerijen, gymnastiekzaal, kaatsbaan, conversatiezalen, bibliotheken en derg. Zie thermae. De inrichting van een grieksch badhuis (βαλανεῖον) was over het geheel aan dat van het rom. gelijk.