Gepubliceerd op 19-09-2017

Iphigeneia

betekenis & definitie

Iphigeneia - Dochter van Agamemnon, aanvoerder van de Grieken in de oorlog tegen Troia. Zie Homeros’ Ilias, Euripides’ Iphigeneia in Aulis en Iphigeneia in Tauris.

Nawerking: Iphigénie en Aulide, tragedie door Jean de Rotrou (1609-1650); Iphigénie en Aulide (1674), door de Franse auteur Jean Racine (1639-1699), die ook een Iphigénie en Tauride schreef; Iphigenie, tragedie door de Spaanse dichter Ramon de la Cruz (1731-1794); Ifigenia in Tauride (1709), tragedie door de Italiaanse dichter Pietro Jacopo Martello (1665-1727); Iphigenie auf Taurus (1784), door de Duitse dichter Wolfgang Goethe (1749-1832); Ifigénia in Tauride, tragedie door Caesare delle Valle en Gian Rinaldo Carli (1720-1779); Iphigénie en Tauride (1903), tragedie door de Franse auteur Jean Moréas (1856-1910).

Opera’s Ifigenia in Tauride werden gecreëerd door Demarets en Campra te Parijs (1704), door Domenico Scarlatti (1713), door Giuseppe Orlandini (1719); belangrijk is ook de opera Iphigenia in Tauride (1759), door de Italiaanse componist Tomasso Traetta (1727-1779). De eerste Franse reformopera Iphigénie en Aulide (1774), door de componist Christoph Willibald von Gluck (1714-1787), die ook de Franse opera Iphigénie en Tauride (1779) componeerde; in Italië bracht de componist Nicolo Jomelli (1714-1774) zijn opera Ifigenia in Tauride (1751) en liet hem volgen door Ifigenia in Aulide (1773); te vermelden is nog de opera Ifigenia in Tauride (1725), door de Italiaanse componist Leonardo Vinei (1690-1730); andere volgden nog, o.a. in 1781 die van Nicolo Piccini (1728-1800), in 1785 die van Angelo Tarchi (1760-1814), in 1817 die van Michele Carafa (1787-1872). Te vermelden is nog de toneelmuziek bij Euripides’ Iphigeneia door de Nederlandse componist Henk Badings (1907) en de opera Ifigenia van 1950 door de Italiaanse componist Ildebrando Pizzetti (1880-1968).

Het gegeven uit de tragedie Iphigenia in Aulis is eveneens veelvuldig behandeld. Naast de reeds vermelde van Gluck en Jomelli noteren we o.a. de opera’s van 1718 door Antonio Calda- ra (1670-1736), van 1742 door Niccolo Porpora (1686-1768), van 1758 door Tomasso Traetta. Ook Domenico Scarlatti (1685-1757) bracht in 1714 deze opera, en Luigi Cherubini (1760-1842) in 1778.