Gepubliceerd op 21-01-2020

LANDBOUWONDERWIJS, LAGER

betekenis & definitie

Behoort thans tot het beroepsonderwijs dat, evenals de meeste andere takken van onderwijs, sinds 1954 sterk uitbreidde. Het lager landbouwonderwijs nam niet toe: in 1954 25 lagere land- en tuinbouwscholen, in 1964 28 en in 1973 11; in 1964 1589 leerl., in 1973 717 en in 1973/’74 817 (het lager beroepsonderwijs telde in 1973/’74 in Friesland in totaal 15975 leerl., het alg. voortgezet onderwijs 27220).

De scholen die verdwenen vond men o.a. op Ameland, Terschelling en te Bolsward, Oosterwolde, Roordahuizum, Metslawier en Berlikum. In 1972 begon een toename van het aantal leerl. (in 1974 gemiddeld 31 1.1. in de eerste klas).

Vroeger kwam ± 85 % van de 1.1. uit het boerenmilieu, in 1974 46 %.Zie ook Onderwijs, middelb. en hoger beroepsonderwijs.

< >