De galerij in de kerk van Oosterend, gedateerd 1554 en bekend kunstwerk, blijkt eerder als kerkbank of tribune voor een zangkoor bedoeld te zijn geweest dan, zoals men tot nu toe meende, als afscheiding van het priesterkoor. Stijlkundig nauw verwant aan de Antwerpse school van Cornelis II Floris (1514-1575), maar kan in Friesland vervaardigd zijn.
De maker is niet Hein H (tot nu toe gelezen als Hein Hagart), maar een onbekende. Er kan zelfs meer dan één kunstenaar aan hebben gewerkt, gezien de verschillen in kwaliteit tussen de bijbelse reliëfs en de fijn gesneden grotesken en spolia (wapens) op de verdieping.
Bijbelse teksten en voorspellingen blijken ontleend aan de Bijbel-edities van Jacob van Liesveldt en Willem Vorsterman. Prenten dienden de maker als voorbeeld.
De Latijnse versregels wijzen niet op reformatorische tendenzen, maar eerder op een algemeen humanistisch gekleurde omgeving, aldus de conclusies van een werkgroep ikonografie van het Kunsthist. Inst. der Universiteit van Amsterdam.Lit: Hessel Miedema, De „kraak” te Oosterend, Fr., (Proef, jan. 1974).
