Gepubliceerd op 21-01-2020

INDUSTRIE

betekenis & definitie

Be- en verwerking van grond- en hulpstoffen tot halffabrikaten of eindprodukten. Tot de industriële bedrijven rekent men gewoonlijk bedrijven met meer dan tien werkzame personen.

Wij kunnen de volgende soorten industrie onderscheiden: aardewerk, kalk, glas, stenen, diamant (niet in Friesland), grafische, fotografische, chemische, hout, kurk, stro, kleding (inclusief reiniging), leder, wasgoed, rubber, metaal, papier, textiel, gas, elektriciteit, water, voedings- en genotmiddelen. In Frl. nemen de metaal- en de levensmiddelen de belangrijkste plaats in: in 1970 resp. 42 % (Nederland 42 %) en 32 % (Ned. 15 %).

Derde in belangrijkheid is de groep hout-, rotan-en rietbewerking met 7,4 % (Ned. 4 %).Met name oostelijk Frl. heeft zich ontwikkeld tot een belangrijk gebied. In het weidegebied en de kleibouwstreek was de groei veel minder spectaculair. Wel vonden belangrijke verschuivingen plaats, vnl. ten gunste van de metaal-, zie ook Compendium: Industrie, Economische Structuur.

< >