in 't Duitsch Ruhneken, beroemd philoloog, geb. 1723 le Stolpe in Pommeren, gesl. 1798, was de helper van Hemslerhuys te Leiden voor de Grieksche laai (1737—61), vervolgens professor der geschiedenis en welsprekendheid aldaar, en eindelijk bibliothecaris der academie (1771). Aan eene veelomvattende geleerdheid paarde hij een voort refl'elijken Lalijnschen stijl.
Van zijne vele werken noemen wij slechts: Historia critica maldrum gracorum (1768); Opuscula (2 dln. Leiden 1823).