Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Boitzenburg

betekenis & definitie

1) stadje met 3500 inw. in Mecklenb.-Schwerin aan de Boitze, en aan den Berlijn-Hamburg-Lubecker spoorweg ; werd 1709 geteisterd door een feilen brand.

2) marktvlek met 1000 inw. in het pruis. reg.-distr. Potsdam ; kasteel met park en diergaarde.

< >