Het hooge noordelijk deel der Hudsonsbaai-landen, wordt bewoond door twee groote stammen, namelijk : do Takali of Carrier-Indianen, en de Atnalis of Shouswaps. Deze 2 stammen splitsen zich weder in talrijke familien, welke zich niet vermengen, en allen afstammelingen zijn van een der beide genoemden, van welker talen zij ook dialecten spreken;de Carrier-taal zelve is een tak derChippewyan-taal.
De kust-Indianen zijn de Clatsets aan de Pugets-sond; noordelijker de Coquiltbs ; verderweg de rest van den Newette-stam; aan de Zeehondshaven de Sebassa en Nass; de Indianen aan het bovengedeelte van den Fraser en aan den Thompson zijn : de Talkot.ins, Slovvercuss, Dinais, Nascud- en Dinee-stammen.'