Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 07-04-2022

roll

betekenis & definitie

I. 1. rol, wals; cylinder; (rond) broodje; het rollen, gerol; het slingeren [schip]; deining [zee]; rolvlucht; (trom)geroffel; 2. rol, lijst, register; rolls, archief; roll of honour, lijst der gesneuvelden;

II. rollen (met), wentelen, op-, voortrollen; walsen; doen of laten rollen; roffelen op:

III. rollen, zich rollen, zich wentelen; slingeren; zich laten (op)rollen; roll and pitch, slingeren en tampen; roll along, voortrollen; roll away, weg-, voortrollen; roll by, voortrollen, voorbijgaan [jaren]; roll down, afrollen; roll from side to side, slingeren; zich wentelen [in water of slijk]; liggen woelen [in bed]; roll in, binnenrollen; [iemand] toevloeien; roll in wealth (gold), in weelde baden; geld als water hebben; two (three)... rolled into one, in één gerold; in één persoon verenigd; roll on, voortrollen; roll out, uit-, ontrollen; roll out verses, verzen laten rollen; roll over, omrollen, omver tollen; roll one over, iemand doen rollen, tegen de vlakte slaan; roll up, (zich) oprollen; roll up one’s eyes, de ogen (smachtend, zalvend) ten hemel slaan.

< >