(Middelburg 3 dec. 1907). Letterkundige.
Behaalde akte M.O.-Engels, bracht een deel van zijn jeugd in Engeland door, woonde een aantal jaren in Veere en werd daarna leraar Engels aan het instituut Nijenrode (N.O.I.B.) te Breukelen.Hij schreef: History of Zealand (1923); Groote Pier (1940); de Walcherse novelle Laurien (1944); Zwerftochten door Zeeland (1949) en Romeins mozaïk (1965).