Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

ROMMELPOT

betekenis & definitie

in Brabant trekt de jeugd op vastenavond met de rommelpot rond; een Keuls potje, een bloempot of een blik, waarop een varkensblaas gespannen is. Een rietje met een „knoop” aan het einde wordt tegen de blaas gestoken, wanneer deze nog nat is.

De uitgebolde blaas wordt dan aan een kant met een touwtje stevig om de knoop van het rietje gebonden. Men laat de blaas dan spannen en bij de kachel drogen. De hand wordt met spuug nat gemaakt en deze wordt langs het rietje op en neer bewogen, zodat er een dof geluid ontstaat. Op vastenavond wordt met een dergelijk „instrument” rondgetrokken, van huis naar huis, onder het zingen van liedjes, zoals: „vrouwke, ’t is vastenavond, /we komen niet thuis voor ’t avond, /avond in de maneschijn, /als vader en moeder naar bed toe zijn, /dan gaan we naar de Fransen,/daar laten we ons potje dansen, /hier ’ne stoel en daar ’ne stoel, /op elke stoel ’n kussen, /vrouwke houdt oew kinnebak toe, / of ik gooi er ’n pannekoek tussen, /tussen uw neus en tussen uw kin/kan nog hendig ’n pannekoek in. /Rommelpotterij, rommelpotterij, /geef me ’n cent dan ga ik voorbij (of) geef me ’n appel of ’n peer, /dan kom ik ’t hele jaar niet meer”.